Hoe bouw ik de training van mijn paard op na een blessure of langdurige rustperiode?

Is jouw paard herstellende van een blessure en wil je de training weer rustig opbouwen? Of heeft je paard vanwege een andere reden een langdurige rustperiode gehad en wil je verantwoord weer met hem aan de slag? Het correct opbouwen van de training van je paard is van groot belang voor het behoud van je paard.

Je paard heeft de tijd nodig om weer spieren, juist lichaamsgebruik en conditie op te bouwen. Na een blessure is het ook goed extra aandacht te besteden aan de wijze van beweging en belasting van het lichaam, de blessure ontstaat vaak uit een onjuist bewegingspatroon dat ontstaat door compensatie. Als je met je paard aan de slag gaat, maak dan een stappenplan om je te helpen met een doordachte opbouw. Het is goed te starten met onbelaste training. Longeren en werk aan de hand zijn ideale trainingsopties hierbij. Je kan werken aan conditie, coördinatie, kracht, balans en souplesse. Met het longeren kan je schakelen en makkelijk werken in alle gangen, waarbij je goed kan analyseren hoe de beweging is en hoe het paard zich ontwikkeld. Je traint je eigen oog en vaardigheden en ondertussen bouw je de conditie weer op. Met werk aan de hand train je vooral verzameld en kan je rustig oefenen en finetunen op zijgangen en gedragenheid, dus gymnastiseren en sterker maken. Uiteindelijk kan je met werk aan de hand (met de nodige training) ook alle (zij)gangen en oefeningen doen die je ook onder het zadel rijdt. Dat is erg leuk om te leren en waardevol, helemaal in de genoemde omstandigheden van een trainingsopbouwperiode.

Werk aan de hand is een waardevolle aanvulling voor het paard, maar ook zeker voor de ruiter. Als ruiter ontwikkel je extra je oog en begrip voor de oefeningen, het gevoel voor de oefeningen, de afstemming en samenwerking met je paard, het inzicht op een goede hoofd- halshouding en de effecten op het lichaam, het gevoel in je aanleuning en lichaamsgebruik. Dat betekent dat je in deze tijd van opbouw, waarin je beter nog niet kan rijden jezelf toch ontwikkeld als ruiter. Daar heeft je paard weer baat bij en het is nog leuk om te doen ook. Werk aan de hand vraagt wel wat inzet en leergierigheid, het is best even wennen en puzzelen in het begin. Als je dan onbelast weer een basis hebt gelegd in conditie, spieropbouw en souplesse is je paard zover om weer te gaan rijden. Het is belangrijk daarbij ook een goede afwisseling aan te houden tussen belaste en onbelaste training, waarbij je de weegschaal langzaam van meer onbelast trainen gaat overbrengen naar meer belast trainen. Vervolgens ga je in het rijden alle aangeleerde vaardigheden van het longeren en werk aan de hand inzetten bij je rijden, waarbij je werkt aan de horizontale en verticale balans van het paard, zodat hij je goed kan dragen.

De coördinatie en souplesse waar je aan hebt gewerkt ga je meenemen in de overgangen en oefeningen onder het zadel. In het begin kan het ook een ideale combinatie zijn je paard op te warmen middels werk aan de hand en na 10 á 15 minuten te starten met rijden. In het rijden besteed je aandacht aan vloeiende overgangen en werk je aan souplesse en laterale buiging door middel van wendingen en figuren. Als dit goed voelt en lukt, dan ga je verder aan deze punten werken met zijgangen als wijken en schoudervoor/schouderbinnenwaarts. Dit is allemaal onderdeel van je opbouw in de training na een blessure of langdurige rustperiode. Neem de tijd en blijf je paard volgen en analyseren in zijn ontwikkeling. Waar het nodig is mag je altijd een stap terug doen, dat kan heel zinvol zijn en helpt je vaak later weer drie stappen vooruit te kunnen zetten vanuit een goede basis. Ik wens je veel succes en voor vragen of begeleiding ben je altijd welkom!

Ontvang voortaan deze tips & artikelen in de mail

In de nieuwsbrief staan interessante artikelen, tips voor het trainen van je paard en nieuwe data van workshops en clinics.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *